Het woord alleen al – het klinkt zwaar en onontkoombaar. Als een stille deur die dichtvalt en afsluit. De Dood ís iets definitiefs in het moment, maar voor mij is het ook een sluier van mystiek, van onzichtbare beweging, van ongewisse transformatie.
Mijn eerste échte ontmoeting met de dood – of althans, de gedachte eraan – kwam onverwacht op mijn vijftiende. Een ongeluk bracht me met spoed naar het ziekenhuis, waar artsen een cyste van maar liefst elf liter op mijn eierstok ontdekten. Chaos om me heen, artsen die dit nog nooit eerder hadden gezien; het was 1981. Mijn verblijf thuis tussen diagnose en operatie duurde een dag of twee, maar ik herinner me nog goed hoe ik afscheid nam van mijn kamer – voor het geval ik er nooit meer terug zou komen.
De operatie kwam, en met een fors litteken ontwaakte ik. Maar dat litteken deed me niets. Ik leefde, was kilo’s lichter en zag de wereld plotseling door nieuwe ogen. Elke ademhaling, elke glimlach, elke verandering in het licht had betekenis.
Enkele jaren later voelde ik die kilte van de dood opnieuw. Na de geboorte van mijn dochter raakte ik in verwachting, maar na tien weken kreeg ik een miskraam. Hoewel ik altijd een realistisch mens ben geweest, raakte me dit dieper dan ik kon uitdrukken. Het verlies van dat kleine leven was onvoorstelbaar verdrietig, een verlangen dat stil verdween, bijna ongemerkt, maar niet minder zwaar.
Toch leerde ik juist dáárdoor om met nog meer dankbaarheid naar mijn dochter te kijken – en naar het leven dat me later een prachtige zoon zou schenken.
Het was tien jaar na die miskraam dat de dood werkelijk onontkoombaar werd. Mijn vader, mijn baken, overleed plotseling. Zijn dood schudde mijn bestaan door elkaar, tot in de kern. De details doen er nu niet toe; wat telt, is wat zijn heengaan met me deed. Het zette iets in gang, een schok die me langzaam maar zeker richting verandering leidde.
Als ik nu terugkijk, herken ik de tekenen van de tarotkaart De Dood als mijn jaarkaart in die periode – een kaart waar velen bang voor zijn. De naam en het beeld lijken somber, afschrikwekkend, maar wie deze kaart begrijpt, ziet dat het in feite draait om transformatie. Een jaar na het overlijden van mijn vader stond deze kaart voor mij centraal. De kaarten en hun betekenissen waren niet erg aanwezig in mijn leven toen, maar achteraf klopt het allemaal. Het was de start van een nieuwe manier van leven, een wake-up call. Mijn manier van leven moest anders. De oude fase moest worden losgelaten om plaats te maken voor iets nieuws.
In die tijd volgde ik een opleiding tot tarot mediator, beëindigde ik mijn relatie, en begon ik aan een nieuwe fase als alleenstaande moeder van twee kinderen. Mijn leven veranderde ingrijpend. Ik had de zorg van mijn twee kinderen die bij mij woonden, ging full time werken, naar school en probeerde er te zijn voor mijn moeder. Zoals de tarotkaart De Dood laat zien, is een ware transformatie zwaar, vaak loodzwaar. Het vereist dat je het oude durft los te laten om ruimte te maken voor het nieuwe. En dat deed ik. Nieuwe mensen, nieuwe ervaringen en inzichten stroomden mijn leven binnen. Sommigen daarvan brachten diepe vreugde, anderen leerden me harde levenslessen.
De Dood heeft me gebracht tot waar ik nu ben. Natuurlijk had ik liever gewild dat mijn vader er nog was, dat hij mijn kinderen zag opgroeien, dat ik hem om raad kon vragen. Maar ik weet dat zijn verlies me richting andere keuzes heeft geleid. Zijn afwezigheid opende de deur naar een nieuwe wereld.
Door de jaren heen, in mijn werk, ben ik vaak opnieuw met de dood geconfronteerd. Klanten die al jaren langskomen, overlijden al dan niet plotseling. Soms een lang ziekbed, soms abrupt. Voor de nabestaanden, en ook voor mij, is het verlies voelbaar. Ik weet hoe het is om achter te blijven, en soms weet ik zelfs dat iemand niet klaar was om te sterven. Maar ik leef mee, en ook al hakt het erin, het herinnert me telkens weer aan iets wezenlijks: het leven is kort, vluchtig en bovenal waardevol.
Een paar jaar geleden stierf een goede vriendin aan een slopende ziekte, amper zeven maanden na de diagnose. Ze was veel te jong, vol plannen, vol leven. Het verlies kwam hard aan, zoals telkens wanneer de dood mij dwingt te beseffen dat we moeten leven, hier en nu. Dat we moeten durven léven, want wie leeft, accepteert de moeilijke processen, de onzekere momenten als mijlpalen op weg naar een rijker, voller bestaan.
Maar niet elk verlies, niet elk afscheid betreft een ander. Een deel van mijn rouwproces gaat over mezelf. Sinds mijn twintigste is mijn gehoor achteruitgegaan, en de laatste vijftien jaar is het zo sterk verminderd dat ik zonder hulpmiddelen verloren ben. Dankbaar voor die hulpmiddelen ben ik wel, maar leuk vind ik het niet. Het niet kunnen horen is een stille handicap, eentje die je uitput, die je constant dwingt je aan te passen. Het leven verandert; ik werk één op één, geef les in kleine groepjes, maar ik moet mezelf steeds opnieuw vinden.
En toch, ondanks alles, ondanks de littekens, ondanks de beperkingen, bekijk ik de wereld vanuit mijn oogpunt in het Nu. De kaart van de Dood leert me steeds opnieuw dat verandering, hoe moeilijk ook, kansen in zich draagt. Hij moedigt me aan om te durven leven, om de mogelijkheden die op mijn pad komen te omarmen.
Elke verandering, hoe pijnlijk soms ook, leidt me telkens weer naar een nieuw perspectief, een nieuwe wijze van kijken. Het is misschien die ene les die ik steeds weer opnieuw moet leren: kijk met een open geest naar de toekomst, en leef met moed.
Het leven is heerlijk, het leven is mooi
Maar – vlieg uit in de lucht en kruip niet in een kooi!
Mens, durf te leven!
Je kop in de hoogte, je neus in de wind
En lap aan je laars hoe een ander het vindt!
Hou een hart vol van warmte en van liefde in je borst
Maar wees op je vierkante meter een vorst!
Wat je zoekt kan geen ander je geven!
Mens, durf te leven!
Stukje van de tekst Dirk Witte (1885-1932)